Dubbelspecialist Sander Arends wil in ‘opportunistische tenniswereld’ van ‘net niet’ terug naar de grandslamtoernooien

Na een wisselvallig 2023 blikt Sander Arends, de mondiale nummer 105 in het dubbelspel, terug op afgelopen seizoen, verklapt hij zijn grootste droom en geeft hij een inkijkje in de wereld van een professionele dubbelaar. “Op de challengertoernooien verdien je geen geld.”

Door Robert Hesen

Arends is net klaar met zijn training op de tapijtbanen van tennishal LTV De Bontekoe in Leeuwarden als hij net voor de jaarwisseling uitgebreid de tijd neemt voor tennisnieuws.nl. Hoewel de 32-jarige dubbelspecialist rond deze tijd van het jaar liever de oversteek maakt naar Australië om daar deel te nemen aan het eerste grandslamtoernooi van het jaar, genoot hij van de training met het eerste team van De Bontekoe. Daar trof hij onder andere Elroy Middendorp, een van zijn beste vrienden met wie hij zijn professionele carrière startte.

Sander Arends (links) met zijn vaste partner David Pel

De trainingssessie bij de vereniging waar hij opgroeide, past in deze rustige trainingsweek. Deze week is Arends, nummer 105 van de mondiale dubbelranglijst, met zijn vriendin Margaretha in Friesland op ‘een soort vakantie’. Voor iemand die 35 weken per jaar onderweg is en met zijn vriendin in Leuven woont, is dit een ideaal moment om familie en vrienden te bezoeken.

Het is overigens een week die bijzonder eindigt. Wat heet. Arends deelt een paar dagen na het interview bijzonder nieuws. Hij is verloofd. Tijdens oud en nieuw vroeg hij Margaretha, exact negen jaar nadat ze elkaar leerden kennen, ten huwelijk.

Negen keer verlies

Het is een prachtig begin van het jaar. Voor Arends is het te hopen dat hij dat geluksgevoel mee kan nemen op de tennisbaan. Op tennisgebied heeft hij namelijk een wisselvallig 2023 achter de rug. Vanwege blessures en een verschil in ranking (waardoor ze niet altijd samen konden deelnemen aan het gewenste toernooi), speelde hij relatief weinig met zijn vaste partner: de Nederlander David Pel (99e op de wereldranglijst voor dubbelspelers). “Ik speelde dit jaar negen keer met een nieuwe partner en verloor negen keer. Dat zegt wel wat, toch?”

Ik speelde dit jaar negen keer met een nieuwe partner en verloor negen keer. Dat zegt wel wat, toch?

Hoewel Arends afgelopen seizoen de toernooien vaak snel moest verlaten, waren er ook mooie resultaten. Met Pel bereikte hij de halve finale van het ATP-toernooi in Umag en Montpellier. Daarnaast wonnen ze twee challengertoernooien (de toernooien die één categorie onder de ATP-toernooien vallen): in Rennes (Frankrijk) en het eerste toernooi van het jaar in Oeiras, Portugal.

Energie vreten

Maar dat is niet voldoende. Arends wil meer, hij wil terug naar de grote toernooien. Naar de grand slams, die hij allemaal al eens speelde. Stabiliteit is daarbij een cruciale factor. Het noodgedwongen wisselen van partner zorgt voor onzekerheid en wisselvalligheid, vertelt hij. “Het vergt energie om dan het schema rond te krijgen, omdat je niet weet met wie je kunt spelen. Steeds op zoek gaan naar een nieuwe partner, is het moeilijkste wat er is.”

Steeds op zoek gaan naar een nieuwe partner, is het moeilijkste wat er is

Lees ook: Mijn dochter kijkt later naar Arantxa Rus

En als je iemand vindt, is het geen garantie voor succes. “Je moet geluk hebben dat het klikt qua persoon en qua spel. Als dat niet het geval is, speel ik niet mijn beste spel en voel ik me niet prettig. Dat maakte ik dit jaar ook mee. Alle energie die ik in randzaken moet steken, kan ik niet gebruiken voor mijn ontwikkeling als tennisser.”

Stabiliteit

Daarom wil Arends, wiens kwaliteiten vooral aan het net liggen (‘daarin ben ik misschien wel wereldtop’), in 2024 vooral stabiliteit vinden. “Ik zit goed in mijn veld. De laatste maanden van 2023 haalde ik vrijwel iedere week mijn niveau. Mijn doel is om dit jaar 25 goede toernooien te spelen. Het liefst natuurlijk met één partner, desnoods met twee of drie.”

Je wil op zoek naar die winning flow. Dat bereik je het snelst met een vaste partner

In principe is die partner David Pel, met wie hij de laatste jaren voornamelijk speelde “Met David haal ik structureel kwart- of halve finales bij ATP-toernooien. We zijn op die toernooien geen opvulling.” Maar Pel is op dit moment geblesseerd. Arends begint daarom in de week van 8 januari in Portugal zijn seizoen met Sem Verbeek, met wie hij onlangs Nederlands Kampioen werd. Het plan is om vanaf 29 januari de draad met Pel weer op te pakken.

Arends met Sem Verbeek (links)
Opportunistische wereld

Arends is niet de enige dubbelaar die worstelt met het vinden van stabiliteit. Arends en Pel spelen al jaren met elkaar, maar op de professionele dubbeltour is het eerder regel dan uitzondering dat partners zonder pardon aan de kant worden geschoven. “We leven in een opportunistische wereld. En dat geldt ook in het tennis. Als het één week goed gaat, is het halleluja. Gaat het een paar weken slechter, dan is er wel iemand anders waarmee je kunt dubbelen. Ik geloof daar niet in. Op lange termijn red je het daar niet mee. Kijk maar naar teams zoals Wesley Koolhof en Matwé Middelkoop en de Belgen Sander Gillé en Joran Vliegen. Zij speelden consequent samen en braken vanuit de challengertour door op de ATP-tour. Je wil op zoek naar de winning flow. En dat bereik je gewoon het snelste met een vaste partner.”

Middelkoop

De naam Middelkoop is gevallen. Arends is goed bevriend met hem (‘Matwe was een soort mentor voor mij’). Zijn opmars op de wereldranglijst enkele jaren geleden was voor Arends een inspiratie. In 2015 speelde de Fries de finale van een klein futuretoernooi in Kaarst (Duitsland) met de Pool Majchrowicz tegen Koolhof en Middelkoop. Ze zetten Koolhof en Middelkoop met 6-3 6-4 aan de kant. Eén jaar later stonden zij in de top-vijftig van de wereld. “Dan gunde ik ze van harte natuurlijk. Maar ik dacht ook: als zij het kunnen, waarom ik dan niet?’”

Als zij het kunnen, waarom ik dan niet?

Middelkoop schopte het tot nummer 18 van de wereld. Zo ver is Arends nog niet. Met de gewenste stabiliteit wil hij zijn beste ranking (hij was in 2018 nummer 55 van de wereld, red.) verbeteren. Maar dat is in één jaar vrijwel onmogelijk, denkt hij. “Komend jaar mik op een klassering bij de beste 75. Dan heb ik significant meer kans om deel te nemen aan de grand slams én de ATP-toernooien. Uiteindelijk zijn dat de evenementen die ik wil spelen.”

Lees ook: De pijnlijke zelfoverschatting van een amateurtennisser

Een makkelijke opgave? Nee. Het niveau van nu is een pak hoger dan in 2018, merkt Arends. “Ik ben een veel betere speler dan in 2018, maar mijn ranking is lager. Begrijp me niet verkeerd: een ranglijst liegt nooit. Het algemene niveau ging omhoog, onder andere doordat meer jongens de overstap maakte vanuit de singel.”

Financieel ‘gat’

Het ‘gat’ tussen zijn huidige ranking en de top-75 is vanuit financieel oogpunt een groot verschil. Deelname aan een grandslamtoernooi levert zo’n 10.000 euro op. Win je een rondje? Dan komt daar een serieus bedrag bij. Arends: “Ik bivakkeer met mijn ranking nu zo’n drie jaar in een soort vacuüm: het is nét niet. Wat dat financieel betekent? In de challengertoernooien, die ik in 2023 voornamelijk speelde, verdien je geen geld. Uiteindelijk speelde ik quitte. Maar daarvoor moest ik aan het einde van het jaar een aantal weken competitie spelen in Frankrijk, zodat ik nog wat extra verdiende.”

Uiteindelijk speelde ik quitte

Naast de financiële waardering en de beleving op de grote toernooien, heeft het spelen tussen de grote jongens nog een groot voordeel, legt Arends uit. “Je traint iedere dag met andere topkoppels. In de challengers zijn we vaak zelf dat koppel. Door met de wereldtoppers te trainen, worden we extra getriggerd.”

Onderschatting

Structureel bivakkeren in de top van de dubbelranglijst is dus niet zo makkelijk, weet Arends. Al is de waardering vanuit het publiek en andere spelers niet altijd even groot. Zo stelde de Amerikaan Reilly Opelka onlangs voor om het dubbelspel volledig in de ban te doen, omdat het niet aantrekkelijk genoeg is voor het publiek en zij het prijzengeld zouden innemen van de singelspelers.

Arends herkent wel dat over een dubbelcarrière makkelijk gedacht wordt. Maar de praktijk is weerbarstiger. Hij zag al veel jongens voorbijkomen die dachten ‘dat ze dat wel even zouden doen’. “En dat waren spelers die tennissend een stuk beter waren dan ik. Maar zij haalden het niet. Ik denk inderdaad dat veel spelers en de buitenwacht het dubbelspel onderschatten. Bedenk maar eens dat je 35 weken per jaar van huis bent, korte wedstrijden van gemiddeld een uur en kwartier speelt en maximaal vier potjes per week afwerkt, waarbij de gemiddelde rallylengte 2,8 slagen is. Per wedstrijd raak je slechts zo’n honderd ballen. In een singel zijn dat er veel meer. Dubbelen levert in die zin wel een bepaalde druk op.”

Natuurlijk staat de Davis Cup nummer één op mijn verlanglijstje. Dat zou het summum op mijn carrière zijn.

Passie

Voor Arends is het geen reden voor stress. Integendeel. Hij geniet van het leven als professioneel tennisser. De Fries begon pas op zijn 22e met zijn professionele carrière. Op zijn 26e maakte hij definitief de keuze voor een dubbelcarrière. Inmiddels heeft hij één ATP-titel (in 2020 met David Pel in Bastad) in bezit, stond hij in drie ATP-toernooien in de finale, werd hij vijf keer Nederlands Kampioen en won hij 23 challengertoernooien. “Ik heb veel meer bereikt dan ik ooit droomde. Ik zie dit leven niet als werk. Ik ben gewoon een jongen met veel passie. Daardoor kan ik makkelijk omgaan met het reizen, de trainingen en de druk. Het is een voorrecht om van je hobby je beroep te maken.”

Bopanna

De 43-jarige Rohan Bopanna uit India bereikte onlangs met een derde plek op de wereldranglijst zijn hoogste notering ooit. Met die wetenschap én met het feit dat de gemiddelde leeftijd in het mannentennis stijgt, zou je kunnen denken dat Arends pas aan het begin van zijn carrière staat. Als je daarbij optelt dat de Nederlandse nummer één Wesley Koolhof na dit seizoen stopt en Middelkoop (40 jaar) en Jean Julien Rojer (43 jaar) een respectabele topsportleeftijd hebben, gloort misschien een plekje in het Davis Cup Team. “Ik heb die rekensom ook wel eens gemaakt, inderdaad. Ik zou liegen als ik daar niet aan denk. Natuurlijk staat dat op plek één van mijn verlanglijstje. Het zou het summum op mijn carrière zijn.”

Lees ook: Ik gun ieder tennissend kind een papa zoals Corey Gauf

Similar Posts

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *