Voor het eerst in elf jaar staan er deze week drie Nederlandse tennissers in de top 100 van de ATP-wereldranglijst. Jesper de Jong maakt maandag zijn debuut in de top 100 en voegt zich bij Tallon Griekspoor en Botic van de Zandschulp.
De laatste keer dat drie Nederlandse mannen in de top 100 stonden, was in februari 2014. Toen waren dat Robin Haase (45), Igor Sijsling (53) en Jesse Huta Galung (95).
Griekspoor (37) en Van de Zandschulp (88) behoren al langere tijd tot de top 100. Voor De Jong, 24 jaar oud, was de stap net buiten bereik, maar dankzij zijn recente prestaties is dat nu veranderd. Door een finaleplaats op een challenger in Murcia en een halve finaleplek op een challenger in Girona behaalde hij de benodigde punten. Daardoor klom hij van de 105e naar de 98e plaats.
Met deze prestatie is De Jong de 28e Nederlander die de top 100 bereikt sinds de start van de Open Era in 1968. De hoogst geklasseerde Nederlander ooit was Tom Okker, die in 1974 de derde plaats bereikte. Richard Krajicek stond in 1999 op nummer vier. Griekspoor behaalde zijn hoogste notering (21) in 2023 en Van de Zandschulp stond in 2022 op plek 22.
Top 5 ATP-wereldranglijst
-
Jannik Sinner (Italië) – 10.330 punten
-
Alexander Zverev (Duitsland) – 7.645 punten
-
Carlos Alcaraz (Spanje) – 6.720 punten
-
Taylor Fritz (VS) – 5.290 punten
-
Novak Djokovic (Servië) – 4.510 punten
Nog geen record
Drie Nederlanders in de top 100 is een knappe prestatie, maar geen record. Het hoogste aantal Nederlandse mannen in de top 100 was zes, een mijlpaal die voor het laatst werd bereikt in mei 1992. Toen stonden Richard Krajicek (16), Paul Haarhuis (35), Jan Siemerink (52), Michiel Schapers (59), Mark Koevermans (85) en Jacco Eltingh (92) op de lijst.
Bij de vrouwen staan momenteel twee Nederlanders in de top 100: Suzan Lamens (71) en Arantxa Rus (91). Kiki Bertens is tot nu toe de best geklasseerde Nederlandse speelster ooit, met een vierde plaats in 2019.
